Zo lang geleden, maar toch zo dichtbij. Aleida Bakker-Joosten is 101 lentes jong. Ze werd in 1918 geboren in Zevenaar, tijdens de Eerste Wereldoorlog, meldde zich tijdens de Slag om Arnhem als vrijwilligster om slachtoffers te verplegen en woont tegenwoordig in Hillegom. Met mevrouw Bakker-Joosten heb ik vandaag een afspraak. Een bijzondere ontmoeting waarin mijn oude geschiedenisboekjes met verhalen tot leven komen.
Voor Kunstwerk! Liemers Museum breng ik de geschiedenis van de Turmac in verhalen tot leven. Ik mag ook mevrouw Bakker-Joosten op bewegend beeld vastleggen. Ze is familie van makelaar Joosten en de boerderij waar ze geboren is, stond vroeger in het centrum van Zevenaar. Waar ooit het ING-kantoor zetelde.
Mevrouw Bakker-Joosten is 101, ik ben 52. Half zo oud. Waar ik vandaan kom, vraagt ze? Ik woon in Ooy en kom uit Groessen. “Daar heb ik altijd een vriendin gehad”, klinkt het dan enthousiast. “Van Kempen heette die… samen gingen we naar de Groessense kermis. Heel gezellig.” Er verschijnt een brede grijns op het gezicht: “We gingen alle kermissen in de regio af.”
Mevrouw Bakker-Joosten zit op de praatstoel. “De kermissen zijn nog steeds erg leuk”, zeg ik. Vervolgens duiken we de geschiedenis in. Van de Turmac en dus ook van de Tweede Wereldoorlog. De herinneringen worden plots vager. “Ik heb veel weggedrukt”, klinkt het dan. Toch komt ze met indrukwekkende ‘flarden’ uit het verleden. Een zwart hoofdstuk dat ze het liefst wil vergeten. Ze vertelt over de vijftien onderduikers die haar ouders een plek gaven in de boerderij, over de ontmoeting met haar man en over haar werk tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze als directiesecretaresse van de beroemde Turmac-directeur Carel Gersdorf werkte. Gerdorf was de man die eveneens Joodse onderduikers een plek gaf en daarom door de Duitsers werd gefusilleerd. “Vreselijk”, herinnert ze zich. “Ik was helemaal van slag toen ik het hoorde en heb de Duitsers uit het kantoor gebonjourd. Dat ik dat durfde begrijp ik nog niet…” Ja ze weet dat Gersdorf is vereerd met een eigen straat in Zevenaar. “Terecht, het was een lieve man.”
Aleida Bakker-Joosten besluit zich tegen het einde van de oorlog aan te melden als vrijwilliger bij de Slag om Arnhem. Ze verpleegt gewonden en het leed raakt haar. Ze raakt de beelden nooit meer kwijt. De verhalen helpen in de verwerking…. Maar ze is een positief mens en er komt er weer een lach op haar gezicht. “We moeten niet terugdenken aan slechte dingen, maar alleen aan de mooie dingen…”
Geef een reactie